Frans Druijff vertelt over gevechten bij bevrijding Voorthuizen

‘Iedereen moest weg, overal was vuur…’

Het is deze week precies 65 jaar geleden dat de gemeente Barneveld werd bevrijd van de Duitse bezetters. De Barneveldse Krant sprak met twee ‘ooggetuigen’: Frans Druijff en Henk van Beek. Druijff vertelt zijn verhaal op deze pagina’s,
Van Beek op de vorige.Door Maranke PaterDoor Maranke Pater | Foto’s: Hans Verhorst/BDU en Gemeentearchief Barneveld.

Eén van de meest indrukwekkende verhalen van de bevrijding van Barneveld en Voorthuizen is het verhaal van Frans Druijff. Als boerenknecht woonde en werkte hij op boerderij Blankensgoed in Voorthuizen.

,,Ik woonde in vroeger jaren bij verschillende boeren. Daar zat ik dan dag en nacht’’, vertelt Druijff in zorgcentrum Nebo in Barneveld. ,,Toen de oorlog begon, was ik op Zeumeren boerenknecht. Ergens tussen 1942 en 1943 ben ik gaan werken op boerderij Blankensgoed.”

Het waren lange dagen, waarop Druijff hard moest werken. ,,De familie Van Galen, twee broers en een zus, was goed voor me. Daarnaast woonden een boerenmeid en een onderduiker op de boerderij en een evacué uit Scheveningen met haar zoontje. Haar man was te werk gesteld in Duitsland.”

Druijff moest tijdens de oorlog regelmatig werk verrichten voor de Duitsers. ,,Ik ben wel eens drie weken helemaal weg geweest. De Duitsers hadden mij met paard en wagen gevorderd. Niemand wist waar ik was. Dan moest ik in Oosterbeek en Renkum munitie rijden. Ik kon niet weg komen. Ik zat op een kistje kogels op de wagen met naast me een Duitse soldaat met een geweer. Met de Engelsen om ons heen was dat hartstikke gevaarlijk, als ze hadden geschoten was alles de lucht in gevlogen.”

Druijff was ook actief voor de voedselvoorziening. Dan ging hij met paard en wagen met een witte vlag naar Harderwijk, waar hij uit een schip aardappels haalde. Verder reed hij regelmatig evacués naar adressen in Voorthuizen.

De dag van de bevrijding van Voorthuizen voelt voor Druijff als de dag van gisteren. ,,Het waren ontzettend spannende tijden. Op dinsdagavond was er al oorlog in de Kerksraat. De hele kelder van de familie Van Galen zat vol mensen. Hele families uit de Kerkstraat hadden hun toevlucht tot de boerderij gezocht. Tijdens de beschietingen kwamen er opeens drie Duitse soldaten binnen. Ze bleven op het trapje zitten, omdat de kelder overvol zat. De eerste Duitser keek achterom en zag onder de deur door licht in de deel. Hij riep dat het heel veel licht was. Dat klopte want de hele boerderij stond in brand. ‘Jongens, gauw, een mes, zodat ik de koeien los kan snijden’, riep ik.’’

Druijff haalde een mes uit de keuken en sneed drie koeien los. ,,De dieren waren alleen zo in paniek geraakt, dat ze door de reupels heen vlogen, tegen het vuur in. De kogels boorden zich in de muur naast me. De Engelsen en Canadezen schoten op de Duitsers, die moesten uit die boerderij. Uiteindelijk waren alle koeien verbrand en ook het paard en de varkens. Iedereen moest weg, overal om ons heen was vuur. Evert van Galen, de oudste van de zonen, kon heel slecht lopen, maar ook hem was het gelukt om eruit te komen. We liepen door de tuin naar het grasland toe. Wat me nog het meest bij zal blijven, was dat de hond aan de ketting lag in de hooiberg. De hooibalen waren vol aan het branden. De hond jankte vreselijk, maar we konden er niet bij komen.”

Alle mensen op de boerderij overleefden de brand, ze zochten onderdak in de schuilkelder van Helmut Hul. De volgende dag klom Frans Druijff eruit. Toen hij in de Kerkstraat langs het schoolplein liep, zag hij een Duitse soldaat die zich onder een grote koperen pomp stond te wassen. ,,In één keer schoten ze hem dood, maar wie? Ik zag verder niemand. Dat was echt de waanzin van de oorlog.”

In de dagen na de bevrijding bouwde de familie Van Galen een noodstal, zodat er koeien konden staan. ,,Voor mij hebben ze een klein kamertje gebouwd. Die eerste nachten heb ik er alleen geslapen, wat natuurlijk eng was, ik dacht veel terug aan de nacht van de brand. De dode koeien moesten allemaal begraven worden, in de grond van de boerderij. Er waren allemaal vrijwilligers die hielpen. Met een paard moesten we de koeien uit de verbrande stal slepen.’’

Op een zondagmiddag, een paar maanden na de bevrijding, kwam er een man aanlopen op Blankensgoed.

Druijff: ,,Ik was aan het werk en de man stelde zich voor. Hij had gehoord dat de familie Van Galen hier woonde en dat zijn vrouw en zoontje er onderdak hadden gevonden als evacué. De familie woonde tijdelijk aan de Apeldoornsestraat in een huis en de evacuees waren daar ook. Ik heb deze man er heen gebracht, naar zijn vrouw en kind. Dat moment zal ik nooit meer vergeten, van die man die zijn gezin weer zag. Wat een emotioneel weerzien was dat.”

De stichting Voorthuizen Liberation 1945 houdt in de bevrijdingsweek – maandag 3 mei tot en met zaterdag 8 mei – onder meer fietsritten langs de tankroute die de Candadezen in 1945 hebben afgelegd. Onderweg zijn er videopresentaties en toelichtingen van ooggetuigen. Meer informatie op de sites www.voorthuizenliberation1945.nl en www.oudbarneveld.nl.