Gevechten rond Gelkenhorst bij Barneveld

GELKENHORST TIJDENS DE BEVRIJDINGSDAGEN IN APRIL 1945

Situatiekaartje van Gelkenhorst aan de Valkseweg op ca. 1 km. ten oosten van Barneveld. De Valkseweg voert in oosterlijke richting (dus rechts)  naar Otterlo

Voor het artikel “De bevrijding van Wessel, het Garderbroek en Wencop op maandag 16 april 1945”, in Oud Barneveld nr. 85 van mei 2008, ben ik voor informatie eerst ook enkele keren bij mevrouw Van Beek op Gelkenhorst aan de Valkseweg geweest.

Zij vertelde me toen onder andere dat er al op zondagnamiddag 15 april op hun erf, nr 1 op het kaartje, Canadese verkenners waren geweest. Ik was er toen van overtuigd dat ze zich in de dag moest vergissen want officieel is de Canadese hoofdmacht met het grote aantal tanks, op zondag 15 april 1945 van Arnhem komend, niet verder gekomen dan tot het Kröller-Müller Museum achter Otterlo. Dus zelfs nog niet tot in Otterlo. Maar tot waar de Canadese verkenners op zondag 15 april zijn gekomen is blijkbaar officieel niet precies vastgelegd. De afstand van enkele kilometers ten oosten van Otterlo tot Barneveld leek me, ook voor verkenners veel te groot om op die zondag de 15e al zo dicht bij Barneveld te kunnen zijn geweest. Ze zouden volgens mij, mede gebaseerd op de officiële gegevens, dus pas op maandag de 16e april tot Gelkenhorst kunnen zijn gekomen.

Hoewel ik vorig jaar, evenals later, uiterst voorzichtig ben geweest met data en tijdstippen en mijn concept voor alle zekerheid meerdere malen had verbeterd en aan de betreffende geïnterviewden ter goedkeuring had voorgelegd had ik zondag toch niet mogen “verbeteren” in maandag. Dat bleek al toen ik mevrouw Van Beek vorig jaar juni een exemplaar van Oud Barneveld nr. 85 met mijn verslag van de bevrijding bracht. Ze keek het meteen in en zei: ”Maar ik had je toch verteld dat de Canadezen al op zondag 15 april hier waren”. Ze vertelde toen weer dat de Canadezen al in de late zondagnamiddag door haar man bij hen op het erf van de boerderij waren gezien. Haar man had tegen haar gezegd ”Dat zijn geen Duitsers, dat zijn Engelsen”. Even later hadden er achter de boerderij weer Duitse militairen gelopen en deze hadden tegen haar man erg vervelend gedaan. Er stond toen namelijk een Duits kanon met bezetting op slechts 250 meter van de boerderij in de richting van Barneveld opgesteld. Dat kanon stond iets verdiept opgesteld bij (1a) aansluitend aan het begin van de houtwal (1b) langs de oprit naar de boerderij van toen de familie Davelaar (1c), zie kaartje. Dat kanon stond daar ook al op zondag de Canadezen, die uit Otterlo werden verwacht, op te wachten.

Plaats van het Duitse kanon bij 1a. Links: Begin van de houtwal 1b. Voorgrond: Berm oprijlaan naar buurman Davelaar (1c). Rechts: De Valkseweg. Op de achtergrond, over de mais links: Het dak van Boerderij Gelkenhorst (1).

Op mijn vraag aan mevrouw Van Beek: “Maar hoe weet u dan zo zeker dat die verkenners er al op zondagnamiddag waren en niet pas op maandagnamiddag?”, antwoordde ze: “Dat weet ik zo zeker omdat de knechts op zondag vrij waren, mijn man en ik zelf moesten melken en mijn man ze toen zelf heeft gezien”. Tijdens het melken was haar man namelijk even achter de boerderij geweest en had hen daar gezien. Daarmee staat nu ook voor mij vast dat Canadese verkenners al op zondag 15 april tot zo ongelooflijk dicht bij Barneveld zijn gekomen. Ik heb haar toen mijn excuses aangeboden en beloofd deze fout van mij in een latere uitgave van Oud Barneveld te corrigeren. Ook in de documentaire van LOBEHU (Lokker/v.d.Berg/v.d.Hudding), in 2008 in de Veluwehal vertoond door de Barneveldse Krant, die ik nu aandachtig heb afgeluisterd, heeft ze toen voor de videocamera de datum van zondag 15 april genoemd en vertelde ze tevens dat die verkenners via de weilanden, dus niet over de Valkseweg, zijn gekomen. Maar dat roept nu de vragen op van: helemaal te voet vanaf Otterlo of gedeeltelijk met vervoermiddelen over de weg? En wie in De Valk of Wekerom heeft die Canadese verkenners op die zondagnamiddag dan nog meer in de weilanden of op de weg gezien? Graag bericht. Mevrouw Van Beek is helaas intussen (in februari j.l.) overleden maar afgezien van deze correctie is mij nu, door een bezoek aan Gelkenhorst en een rondleiding door haar zoon Henk van Beek, zoveel meer van de gebeurtenissen tijdens de bevrijding rond Gelkenhorst bekend geworden dat ik ook die informatie graag met de daarin geïnteresseerde lezers van Oud Barneveld wil delen. Het meest complete plaatje van de gebeurtenissen op Gelkenhorst lijkt me het volgende te zijn:

Situatie vóór de bevrijding

Op zondag 15 april stond er, strak tegen het begin van de houtwal langs de oprijlaan naar buurman Davelaar, later buurman van de Brink, een Duits kanon opgesteld. Dus ten westen van Gelkenhorst en op slechts een paar honderd meter afstand van de boerderij. Dat kon men, ondanks de camouflage, vanaf Gelkenhorst zien staan en kan dus ook op zondag door de Canadese verkenners zijn gezien en aan hun commandant zijn gerapporteerd. Dit kan één van de redenen zijn geweest dat de volgende dag (maandagnamiddag 16 april) de lange tankcolonne uit Otterlo kort voor Gelkenhorst naar rechts, bij (1d) de Donkervoorterweg in, is afgeslagen in de richting van Voorthuizen via Wessel en het Garderbroek. Maar dat is niet geheel zeker want dan zou de volgende dag ook de commandant van de Alder II tank dat moeten hebben geweten en zou hij die dag stellig voorzichtiger zijn geweest. Omgekeerd is wel vrijwel zeker dat de Duitse militairen de Canadese verkenners op het erf van boerderij Gelkenhorst hebben zien lopen want kort na het vertrek van deze verkenners waren er weer Duitse militairen op het erf geweest. Kennelijk om te kijken waar die verkenners waren gebleven. Pas de volgende dag is er, eveneens in de namiddag, een vuurgevecht uitgebroken tussen het Duitse kanon en de Canadese tanks waarbij eerst een Alder II tank van de Canadezen door de Duitsers en vervolgens het Duitse kanon door de Canadese tanks werd uitgeschakeld.

Toenemende spanning op Gelkenhorst

Al vóór op zondag de Canadese verkenners op Gelkenhorst werden gesignaleerd had een te voet uit de richting van de Valk komende Duitse officier zich bij de familie Van Beek gemeld om een fiets te vorderen. De heer Van Beek had met het oog op de toen gangbare vorderingen zijn fiets die dag al van de deel in de stal achter de koeien gezet en had ontkend dat hij een fiets had. Maar bij het vertrekken had die officier de fiets toch zien staan en toen hij de fiets wilde halen had hij zijn hoofd zo hard tegen de lage balk boven de reupels (dat zijn de palen of buizen waar toen de koeien met hun nekken tussen stonden) gestoten dat hij al struikelend in de groep met mest achter de koeien was gevallen. Hij had zich daarbij erg bezeerd en sterk vervuild, was daarna vloekend en tierend enorm te keer gegaan maar had om wat voor reden dan ook de fiets laten staan en zijn tocht in de richting Barneveld te voet vervolgd. De spanning op Gelkenhorst nam verder toe door het feit dat Duitse militairen op straat voor de boerderij een Duitse deserteur in burgerkleren hadden gearresteerd welke bij hen achter de hooiberg standrechtelijk werd gefusilleerd. De spanning nam later, op zondagnamiddag  tijdens het melken, nog verder toe door het wisselende bezoek van de Canadese en Duitse verkenners. Op maandagnamiddag werd het nog spannender en bovendien gevaarlijk door de problemen met schuilen en melken voor en tijdens de gevechten tussen de Canadezen in tanks en de bezetting van het Duitse kanon. Voorafgaand aan de gevechten op maandagnamiddag, werd voor de ogen van de heer en mevrouw Van Beek, eerst een Canadese Alder II tank, bemand door sergeant Anfossi en een kameraad, nabij het toegangsweggetje naar Davelaar (1c) door een Duitse panzerfaust getroffen en tevens werd door een Duitse granaat de rechter rupsketting kapot geschoten.

De uitgeschakelde en op zijn kant gekiepte Alder II tank van Sgt. Anfossi met er boven op de toen nog jonge maar nu alom bekende Gerrit de Graaff.

Hierdoor kiepte de Alder II bij (1e) naar rechts om en is de kameraad van Anfossi omgekomen. Anfossi zelf was ongedeerd gebleven, had kans gezien in de sloot aan de zuidzijde van de Valkseweg te komen en was door de sloot kruipend ontkomen. Hij had daarbij zelfs geprobeerd door duikers onder de inritten naar de akkers te kruipen maar dat was niet gelukt. Nochtans was hij levend op Gelkenhorst aangekomen. Hij had echter bij de familie Van Beek geen dankbaarheid getoond voor het feit dat hij het er levend van had afgebracht maar had, woest op de Duitsers, geroepen dat hij een andere tank wilde hebben om zijn kameraad te wreken. Anfossi heeft later, inmiddels fabrikant van verf in Canada, de familie Van Beek enkele malen bezocht maar is inmiddels overleden. Later die dag hadden nog twee Duitse militairen in uniform en met karabijnen en al zich op Gelkenhorst bij de familie Van Beek gemeld met de mededeling dat voor hen de oorlog was afgelopen en zij zich binnen wensten te verschuilen om zich aan de Canadezen over te geven. Dat is hen door het in huis toelaten en bemiddeling door de heer van Beek bij de Canadezen later ook gelukt. Deze twee Duitse soldaten werden wel zorgvuldig gefouilleerd en daarna hadden de Canadezen ook nog het hele huis nauwgezet doorzocht op eventueel nog meer Duitse militairen maar niets meer gevonden.

De gevechten op maandagnamiddag

Henk kon mij de volgende, van zijn vader en buren uit de eerste hand gekregen, details van de  gevechten op maandagnamiddag tussen de Duitsers en Canadezen en de afloop daarvan vertellen. Sommige details waren mij ook al eerder door zijn moeder verteld en heb ik nu met die van Henk aangevuld.

Overzichtsfoto van Gelkenhorst. v.l.n.r: Uiterst links in de verte de plaats van de Duitse stelling aan het begin van houtwal 1b – de boerderij –  vóór de struiken het toenmalige veldje waar de Canadese tanks zich voor de aanval hadden opgesteld en achter de struiken de schuur met de stalraampjes en de gierput (op de plaats van de nieuwe schuren daarachter stonden toen twee hooibergen) –  het oude boerderijgebouw – het tijdelijke begraafplaatsje voor de gesneuvelde Duitse soldaten.

Op maandag 16 april werd zijn vader al om omstreeks 3 uur in de namiddag door inmiddels met enkele tanks gearriveerde Canadezen verboden de koeien uit het weiland (1f) aan de westzijde van de boerderij, dus van tussen het Duitse kanon en de boerderij, te gaan halen om te worden gemolken. Er was een Canadese verkenner aan de oostzijde op het rietendak van de boerderij geklommen en deze had met de 2e schoorsteen (zie overzichtsfoto) achter zich, dus vanuit een voor de Duitsers moeilijk te ontdekken plaats, over de rand van het dak kijkend, de Duitse stelling geobserveerd. Mevrouw Van Beek heeft me verteld dat de Duitsers wel een of meer granaten door het rietendak hebben geschoten maar dat die granaten niet waren ontploft. Of dat is geweest om de verkenner of de Canadezen achter de boerderij te raken of te storen of om de boerderij in brand te schieten was haar niet bekend maar enkele granaten waren zonder te ontploffen dwars door beide rieten dekens van de boerderij gegaan. Intussen hadden de tanks zich, aan de oostzijde van de boerderij achter de gebouwen voor de Duitsers verschuilend, voorbereid op een verrassingsaanval op de stelling met het Duitse kanon. Daarbij had één tank zich zo dicht naast de schuur opgesteld dat hij met zijn linker rupsband door de gierput was gezakt. Maar bij het wegrijden, of doorrijden, was die er op eigen kracht ook weer uit “geklommen”. Daarbij heeft die tank, door het gedeeltelijk kantelen tijdens het half in de put wegzakken en het er weer uitklimmen, met zijn linker rupsketting de gemetselde lekdorpels van het eerste en derde stalraampje beschadigd en tevens de muur ontzet. Zie foto.

Henk van Beek wijst op de door de tank beschadigde muur en gemetselde lekdorpel van stalraampje nr.3  boven de gierput van de schuur.

Gelukstreffer

Alle tanks waren daarna, tot verrassing van de Duitsers, plotseling om de hoeken van de boerderij, de schuur en de hooibergen “gestoven” en hadden allemaal tegelijk op de Duitse stelling met het kanon geschoten. Daarbij hadden ze het ongelooflijke geluk gehad dat er één granaat precies in de loop van het Duitse kanon terecht was gekomen waardoor het kanon was ontploft en tevens meerdere soldaten van de bezetting waren gedood. De Canadezen waren opgetogen geweest over zoveel geluk waardoor het gevecht met het kanon al meteen was afgelopen. Triest is echter de afloop geweest voor de nog in leven overgebleven Duitse soldaten van de bezetting die daarna, om zich over te geven of om aan te vallen, dat is niet duidelijk, op handen en voeten door het weiland in de richting van Gelkenhorst waren gekropen. Maar allen waren vanaf Gelkenhorst door de Canadezen doodgeschoten. Door de gevechten was tevens de boerderij van Davelaar (1c) in brand geraakt en toen Davelaar het paard van stal wilde redden was dat dodelijk getroffen maar Davelaar zelf was niet geraakt. Onverantwoord en door de nabijheid van de Canadezen levensgevaarlijk was dat buren ´s nachts helmen van de gesneuvelde Duitse soldaten hebben gehaald om die jarenlang als handige meelscheppen te gebruiken. De duitsers hebben zich die avond uit Barneveld terug getrokken wat ‘s avonds laat door dokter van der Horst bij de Canadezen op Gelkenhorst is gemeld waarop de Canadezen nog diezelfde nacht Barneveld zijn binnengetrokken. De uitbundige ontvangst door de burgerij is uitvoerig beschreven in BARNEVELD 1939-1945 van Gerjan Crebolder en Tijs van den Brink.

Begraafplaatsje

Volgens Henk waren er aan Duitse zijde van de bezetting van de stelling geen overlevenden geweest en zijn de lichamen van een tiental tijdens de gevechten gesneuvelde Duitse soldaten enige tijd begraven geweest in het weilandje (1g) aan de oostzijde van de oude boerderij. Op dezelfde plaats als de in 1940 (in Barneveld?) gesneuvelde Duitse soldaten zijn begraven geweest.

Van die begraafplaats heeft later een kennis van Henk, namelijk Jan Mate Kattebroek uit Lunteren, in Duitsland van de familie van een inmiddels overleden voormalige Duitse officier, de hier afgebeelde foto van de tijdelijke begraafplaats uit 1940 gekregen. Die familie had een album met een verzameling foto´s van de officier van de inval in Nederland in mei 1940, de bezetting van Barneveld en de tocht door Nederland en Belgie enz. en ze had één foto daarvan afgestaan.

Tijdelijke begraafplaats, rechts van de oude boerderij, voor in 1940  en 1945 omgekomen Duitse soldaten.

Inkwartiering op Gelkenhorst

Mevrouw Van Beek heeft me verteld dat direct aansluitend aan de bevrijding van Gelkenhorst door de Canadezen in het kalverenweitje, aan de westzijde van de boerderij, een viertal kanonnen werden opgesteld waarmee al die eerste nacht van maandag 16 op dinsdag 17 april intensief in westelijke en noordelijke richting werd geschoten. Onder andere op doelen in Voorthuizen welke granaten wij, als beschreven in Oud Barneveld nr. 85, die nacht op Wencop fluitend hoorden overkomen.

Het vliegveldje (1h) met de verkenningsvliegtuigjes aan de overzijde van de Valkseweg.

Tevens werd er aansluitend aan de bevrijding van Gelkenhorst aan de overzijde van de Valkseweg een vliegveldje (1h) voor Canadese verkenningsvliegtuigjes ingericht en kreeg men op Gelkenhorst inkwartiering van Canadese militairen. Dat vliegveldje is daarna enkele weken intensief gebruikt evenals het vliegveldje bij de molen in Kootwijkerbroek. Op Gelkenhorst sliepen de Canadezen op de deel en hadden ze, getuige een andere foto, kennelijk overdag hun hangplek in een van de hooibergen van waaruit ook hun radioverbindingen werden onderhouden.

Eén van de hooibergen diende als “hangplek”  voor de op Gelkenhorst ingekwartierde Canadese militairen.

Uit dit verslag wordt duidelijk dat door zijn strategische ligging tegen het dorp Barneveld aan, boerderij Gelkenhorst tijdens de bevrijdingsdagen in april 1945 een heel belangrijke rol heeft gespeeld. Men mag van geluk spreken dat daarbij de boerderij niet is afgebrand maar bovenal dat alle leden van de familie Van Beek het er levend van hebben afgebracht.

Voorthuizen, Gert Jan van Elten.